Van emmers tot tappunten, hoe Nederland aan schoon drinkwater kwam

 min
25
-
10
-
2025

Van emmers tot tappunten, hoe Nederland aan schoon drinkwater kwam

Wist je dat schoon drinkwater in Nederland pas sinds 1853 beschikbaar is? Ja, toen stonden Amsterdammers nog met een emmer in de hand in de rij - één cent per emmer, contant graag. Drinkwater kwam uit een gloednieuwe pomp, rechtstreeks uit de duinen via een 23 kilometer lange leiding. Een technologisch wonder, vonden ze. Wij zouden het tegenwoordig een lekvrij stukje infrastructuur noemen en er verder niet over praten.

In die tijd wisten mensen heus al dat ‘zuiver’ water belangrijk was voor de gezondheid. Alleen: niemand dronk het. Men koos liever voor regenwater of, nog beter, bier. Want bier was veilig — door het brouwproces gezuiverd en dus vrij van de cholera die in de grachten ronddreef. Vandaar dat zelfs kinderen rustig aan het bier zaten. Niet omdat men toen meer kon hebben, maar omdat het letterlijk gezonder was dan water.


De eerste drinkwaterpomp

De eerste drinkwaterpomp bleek meteen een hit: op dag één gingen er al duizend emmers over de toonbank. En dat allemaal dankzij idealisten als Samuel Sarphati, de arts die geloofde dat schoon water de basis was van een gezonde samenleving. Hij kreeg gelijk: naarmate de watermaatschappijen zich over het land verspreidden, verdwenen cholera en tyfus langzaam uit de dichtbevolkte steden.

Maar zoals dat gaat in Nederland, moest het gemak nog even indalen. Jarenlang bleef water een doe-het-zelfproject. De elite liep voorop: de eerste stadsvilla’s in Amsterdam en Rotterdam kregen eind 19e eeuw een eigen aansluiting. De familie Heineken – natuurlijk – had er ook eentje. De rest van Nederland bleef nog decennia met emmertjes sjouwen. Pas rond 1960 had bijna iedereen stromend water thuis.

De eerste wateraansluiting

Toch was niet iedereen overtuigd van dat wonder uit de muur. Er waren mensen die het eng vonden dat water zomaar kwam aanstromen zonder dat je het eerst had gehaald of had gezien. Liever bleven ze bij hun regenwater, dat vertrouwde tenminste. En de bierbrouwers? Die zagen hun afzetmarkt verdampen en waren er ook niet gerust op.

Maar gemak wint het altijd van gewoonte. Langzaam groeide de overtuiging dat water uit de kraan niet alleen gezonder, maar ook slimmer was. En nu, zo’n anderhalve eeuw later, tappen we met één handbeweging perfect schoon water — bij bedrijven, scholen, en evenementen — met duurzame KRNWTR+ tappunten door het hele land.

De reis van emmer tot tap is lang geweest, maar de missie is hetzelfde gebleven: gezond, schoon en duurzaam water voor iedereen. Alleen tappen we het tegenwoordig met wat meer stijl.